Verhalen
Een van de allerleukste dingen in het leven: verhalen vertellen. Gewone verhalen van gewone mensen. Alledaagse dingen. En die verhalen liggen voor het oprapen. Maak een wandeling met je hond en je komt thuis met een bak vol verhalen. Ik denk wel dat de hond een belangrijke factor is aangezien de verhalen altijd op mijn pad komen als ik met die knakkers aan de wandel ben. Maar goed, mensen vertellen hele levensverhalen aan me. Of ik word ineens op de koffie gevraagd. Bij mensen die ik helemaal niet ken. En ook dan krijg je de mooiste verhalen te horen. Je moet er natuurlijk wel een beetje voor open staan. Die verhalen komen niet vanzelf. Als je af en toe afwezig knikt en continu op je horloge kijkt of je al weg kunt, gaat iemand natuurlijk niet zijn geweldige levensverhaal aan je prijsgeven. Dat begrijp je. Dus een beetje interesse in je medemens is wel vereist.
Zo was ik een keer Bobbie aan het uitlaten. Lichtelijk verlept want de avond ervoor hadden we met mijn ouders en al mijn broers en zussen in de kroeg gehangen. Ik had ze allemaal enorm lang niet gezien dus het was echt zo’n avond waarbij je achteraf denkt: hadden we niet iets minder wijn kunnen drinken en iets eerder naar huis kunnen gaan? Blijkbaar niet. En zo liep ik daar op deze frisse winterochtend met een wollig hoofd de hond uit te laten. Ik had nog een uur te gaan voordat ik naar de KNO-arts moest en het wandelingetje was ongeveer een kwartier. Tijd zat. Ik loop met Bobbie langs het water en kom een meneer tegen die ook zijn hond aan het uitlaten is. Hij heet Peter. Peter vindt het nogal gevaarlijk dat ik Bobbie los laat lopen en dat Bobbie dan regelmatig ineens de straat op rent. Hij heeft thuis nog wel zo’n uitschuifbare hondenriem liggen die ik mag lenen en stelt voor dat we die gaan halen. Hij woont een stuk verderop op een woonboot. Ik vind dit natuurlijk een super goed plan, ik ben gek op woonboten. En voor ik het weet zit ik in die woonboot aan de koffie en stroopwafels verhalen uit te wisselen. Ik vertel Peter dat ik eigenlijk op Curaçao woon en voor een paar weken over ben met Bobbie. Waarop hij een fotoboek uit de kast trekt over zijn diensttijd eind jaren ’50 op, jawel, Curaçao! Niet te geloven. Ik kon mijn geluk niet op. Allemaal foto’s uit de jaren ’50, van Curaçao, fantastisch! Hij vertelde en vertelde, ook over zijn leven erna. Niks heerlijker dan naar verhalen luisteren.
Ik had geen idee hoe laat het was. Mijn telefoon lag nog thuis. Maar ik vermoedde dat het wel tijd was om op te stappen. Bobbie en ik lopen naar huis waar mijn moeder al buiten staat met mijn tas. ‘We komen veel te laat bij de KNO! En je hebt een kegel, gatver’. Shit, het is zeker 30 minuten rijden naar het ziekenhuis en we hebben nog een kwartier. Bij overmaat van ramp rijden we door al ons geklets ook nog helemaal verkeerd. Uit automatisme rijden we naar mijn oma, die in een heel andere plaats woont. Ik proest het uit. Mijn moeder wat minder, zij is nogal van de tijd. ‘Ah joh maak je niet druk, ik zeg gewoon dat het mijn schuld is’. Hoewel ik stiekem ook vind dat dit ietwat gênant is. Meer dan een half uur te laat kom ik bij de KNO-arts aan die mij nota bene even ertussen had geschoven in zijn lunchpauze. Ik besluit maar gewoon eerlijk te zijn. ‘Sorry Ruud, ik heb een kater en ben veel te laat, ik schaam me kapot.’ Ook hij proest het uit. Hij vindt het geen probleem. We hebben het over voetbal en kiten en natuurlijk mijn trommelvlies. Rond 1 uur zijn we weer thuis. Ik krijg nog wel wat preken van mijn bezorgde medemens. ‘Je gaat toch niet zomaar met die man mee naar huis, hij had je wel kunnen verkrachten!!’. Of: ‘jezus dat doe je toch niet straks trekt hij ineens zijn broek naar beneden’. Ik denk dan alleen maar: nou, die man is in de tachtig, hij gaat echt niet ineens zijn broek naar beneden trekken’. Of juist wel. Ik weet het eigenlijk niet. Maar deze meneer in ieder geval niet. En ik heb genoten. Wat een top ochtend! Dit is voer voor een column denk ik nog. Voordat ik op de bank plof om de rest van de dag lekker te luieren met Bobbie aan mijn voeten.
Verhalen. Je moet er dus wel voor open staan. Je krijgt er enorm veel inspiratie van. En het verbindt. Er is bijna altijd wel iets wat herkenbaar is. Stel je hebt een voortpuffend leven en kunt wel wat nieuwe ideeën en inspiratie gebruiken dan is dit dé manier. Echt, je hoeft niet de halve wereld over te reizen voor inspiratie. Het ligt voor het oprapen, gewoon bij je om de hoek. Herken je jezelf in uitspraken als ‘ja ik wil wel maar dat kan bij niet want ik heb een hypotheek/een man/een baan/een schimmelnagel’. Dan is het tijd. De hoogste tijd. Tijd om een hond te adopteren, uit wandelen te gaan en andermans levensverhalen te horen en jezelf tot op het bot te laten inspireren.