Say your name, say your name
‘De naam die ik het leukst vind, vindt hij niet super en de naam die hij het leukst vindt, vind ik niet super’ zei mijn vriendin aan de telefoon. Ze was al een tijd in verwachting en het namen dilemma was om de hoek komen kijken. ‘Ah joh, wat kan jou het schelen wat voor een naam je geeft, zei ik. Kijk naar onze namen, jij heet C en ik M, die namen zou je je eigen kind voor geen goud geven. En met ons is het ook goed gekomen. Of kijk naar de namen van onze lovers. Ook niet om over naar huis te schrijven. En hebben ze er last van gehad in hun leven? Nee. Dus noem je kind gewoon Geer ofzo, komt helemaal goed.’ Tot aan de geboorte hebben we haar baby dus Geer genoemd. Maar dat gesprek over die namen…
Er kan van alles in een naam huizen. Gevoelsmatig. En het kan ook veel hilariteit met zich meebrengen. Zo deed ik een tijd geleden een opdracht met mijn naam. Waar komt ie vandaan? Heb je meerdere namen? Ben je vernoemd? Gebruiken mensen koosnamen voor je? Vind je je naam mooi, lelijk, neutraal? Mijn naam heeft vooral een hoog bruidswinkel of nagelstudio gehalte. Ik vind ‘m niet per se geweldig. Maar omdat ik naar mijn oma ben vernoemd ben ik wel erg blij met mijn naam. Ik heb namelijk een hele lieve oma die heel belangrijk voor mij is. Mijn achternaam draag ik met trots. Geen idee waarom, want totáál geen familie van. Vermeer, het heeft gewoon iets. Ik word vaak Ris of Rissebis (geen kattenpis) genoemd. Vandaar de naam van mijn reizende studio. Dat is het wel zo’n beetje.
Of toch niet. Ik kwam er een paar jaar geleden achter dat mijn vader mij graag Chiquita had willen noemen. ‘Mam, GEWELDIG! Dat hadden jullie moeten doen!’ schreeuwde ik uit. Ik deelde deze info met een vriend in de kroeg. Hij vond het ook eeuwig zonde dat ik niet Chiquita heette. Jarenlang kreeg ik hilarische foto’s van hem toegestuurd. Van een Chiquita bananen fiets die hij had zien rijden of een foto van een krantenartikel met de kop ‘kilo’s bananen aangespoeld op Ameland’ met de tekst: Hé, je staat in de krant! Je bent aangespoeld op Ameland!
Totdat ik ontdekte dat mijn vader mij helemaal geen Chiquita had willen noemen. Maar Nikita. In de tijd dat mijn moeder het verhaal vertelde was ik half doof door een enorm gat in mijn trommelvlies. Grote delen van gesprekken ving ik verkeerd op. Zo ook mijn naam verhaal. Het bracht een eind aan alle hilarische bananengrappen. Jammer. Ik had echt best Chiquita willen heten. Of Nikita. Nikita Vermeer. Klinkt hartstikke leuk toch. Maar ik ben blij met mijn namen, de vernoeming naar mijn oma. Voor altijd verbonden met een van de liefste vrouwen op deze wereld.